De meeste lymfoomvormen zijn multicentrisch en vragen dan ook om een systemische aanpak. Daarom is chemotherapie de behandeling bij voorkeur bij de meeste lymfoomvormen, aangezien de chemotherapeutica via het bloed de kankercellen bereikt. De chemotherapie op zich wordt door de gezelschapsdieren erg goed verdragen. Indien het lymfoom zich op 1 plaats bevindt, krijgt lokale verwijdering via chirurgie of radiotherapie de voorkeur.
Chemotherapie
Combinatiechemotherapie wordt het meest frequent toegepast in de strijd tegen een maligne vorm van lymfoom. Dit houdt in dat meerdere soorten chemotherapeutica elkaar opvolgen in een behandelingskuur. Hoe lang deze kuur aanhoudt en welke chemotherapeutica juist gebruikt worden zijn afhankelijk van de stage en substage van de lymfoomvormen, de aan –of afwezigheid van paraneoplastische ziekte, de algemene status van de hond, het comfort van de hond tijdens en net na de kuren vs de kans op respons op behandeling, de neveneffecten van de behandeling en natuurlijk ook de tijd en bedragen die de eigenaar kan investeren (sommige protocols nemen tot 10 maanden in beslag waarbij elke week behandeld wordt, andere nemen 15 weken in beslag waarbij elke 3 weken wordt behandeld). Combinatiechemotherapie wordt in het algemeen verkozen boven chemotherapie met 1 enkel soort chemotherapeuticum.
Remissie (het verdwijnen van de tumor) treedt op bij 80-90% na combinatiechemotherapie. De mediane overlevingstijd is 10-12 maanden. Na 2 jaar zijn 20-25% van de honden nog in leven na behandeling met combinatiechemotherapie.
De kostprijs van combinatiechemotherapie is afhankelijk van de gebruikte chemotherapeutica, de grootte van het dier, de toedieningsfrequentie en (lab)monitoring. Voor elke chemotherapiebehandeling moet een bloedonderzoek uitgevoerd worden om na te gaan of bepaalde bloedcellen voldoende hoog zijn en dus een nieuwe behandelingssessie toelaten. Indien de waarden te laag zijn, moet 5-7 dagen gewacht worden alvorens dit nogmaals na te gaan. Indien er ook vorm van lymfoom in het beenmerg aanwezig is, zijn deze waarden moeilijker te interpreteren.
Hoewel bij vele honden initieel de tumoren zullen verdwijnen, zullen de meeste hervallen (meestal binnen 1 jaar). De oorzaak daarvan is moeilijk te achterhalen en kan te maken hebben met bijvoorbeeld het feit dat de hond initieel enkel met prednisolone werd behandeld, de toegediende doseringen soms aangepast worden aan wat de patiënt nog wel of niet goed meer kan verdragen, of doordat er een onvoldoende hoge concentratie van de chemotherapeutica in de tumor terecht kwam, en mogelijk ook doordat de kankercellen steeds resistenter werden tegen de chemotherapeutica.
Bij herval is het nodig om de behandeling te herhalen of er wordt een ander protocol opgestart met middelen die de hond nog niet eerder gehad heeft (rescue protocol).
Bij een hooggradige vorm van lymfoom zal 1 chemotherapeuticum, buiten doxorubicine en lomustine (CCNU), typisch geen duurzame remissie veroorzaken vergeleken met de standaard combinatieprotocols wanneer het om een hooggradige vorm van een lymfoom gaat. Bij bepaalde typen laaggradig lymfoom kan met alleen chloorambucil (Leukeran®) en al dan niet in combinatie met prednisolone ook een lange overlevingstijd behaald worden.
Enzymtherapie
Enzymtherapie zoals PEG-asparaginase (Oncaspar®) biedt een alternatief aan zij die geen chemotherapietraject willen opstarten voor de behandeling van maligne lymfoomvormen of leukemie. Het wordt ook gebruikt in combinatie met chemotherapie. Dit enzyme breekt voedingsstoffen (het aminozuur asparagine) voor de kankercel af, waardoor deze niet kan delen. Met deze therapie bereikt men geen genezing, maar wel een onderdrukking van de ziekte.
Dit middel is vrij veilig voor de hond en de afvalproducten van PEG-asparaginase zijn minder schadelijk dan deze bij chemotherapie. Hierdoor hoeven eigenaren geen voorzorgsmaatregelen te nemen met ontlasting/urine/speeksel en kunnen huisdieren eventueel alsnog behandeld worden wanneer ze zich in een gezin met kinderen of zwangere vrouwen bevinden en chemotherapie afgeraden wordt. Er is geen nood aan infusen en onderdrukking van het beenmerg treedt zelden op.
De voornaamste bijwerking houdt 1-2 dagen diarree en soms een slechtere eetlust in, maar dit treedt meestal maar op wanneer de lymfeklieren erg goed op de behandeling reageren en heel snel verkleinen. Overgevoeligheidsreacties komen zelden voor en kunnen zich uiten zich als jeuk, roodheid, bultjes, korstjes of spierpijn.
De therapie bestaat uit 1 injectie in de spieren (of een intraveneus infuus) per 2-3 weken en bij goed resultaat wordt de tussenliggende periode verlengd.
Oncaspar® is een duur geneesmiddel met een beperkte houdbaarheid.
Immunotherapie
Er wordt volop onderzoek verricht op het vlak van immunotherapeutische alternatieven voor honden met maligne vorm van een lymfoom. De firma Aratana ontwikkelt 2 monoclonale antistoffen: Blontress™(tegen B-cel lymfoom) en Tactress™ (tegen T-cel lymfoom). Deze antistoffen gaan zich specifiek op kankercellen binden en andere cellen in het lichaam aanmoedigen hen te doden. Deze behandeling is bedoeld als een aanvulling op andere behandelingen tegen vormen van lymfoom. Momenteel werd nog geen gepast protocol gevonden waarbij deze antistoffen bijdroegen tot een verhoogde overleving bij de honden.
De antistof Rituximab wordt gebruikt bij mensen, maar heeft geen effect bij caniene lymfoom. Meerdere studies werden uitgevoerd over vaccins tegen lymfoom. De resultaten zijn veelbelovend, maar duidelijk overtuigende vaccins hebben de markt nog niet bereikt. Op dit moment zijn er nog geen concreet inzetbare immunotherapeutische behandelingen geregistreerd tegen lymfomen bij honden.
Prednisolone
Het toedienen van prednisolone kan als palliatieve optie overwogen worden. Het gebruik van steroïden voorafgaand aan chemotherapie kan de respons op chemotherapie nadelig beïnvloeden.
Chirurgie
Chirurgie kan aangewezen zijn wanneer wanneer het om 1 enkele lymfeklier gaat (fase I) of wanneer er zich een enkele tumor bevindt die niet gelokaliseerd is ter hoogte van de lymfeknopen. Bijvoorbeeld in geval van een vorm van lymfoom in de oogbol of een solitaire tumor ter hoogte van het maagdarmstelsel,heeft chirurgische verwijdering ervan bemoedigende resultaten opgeleverd.
Radiotherapie
Radiotherapie kan aangewezen zijn om genezing te bekomen wanneer het om 1 enkele lymfeklier gaat (fase I) of een solitaire lymfoomvorm die niet gelokaliseerd is ter hoogte van de lymfeknopen. Zo kan radiotherapie gebruikt worden voor de behandeling van een lymfoom ter hoogte van de slijmvliezen van de neusholte. Radiotherapie kan ook palliatief lokaal ingezet worden (pijnstilling). Bijvoorbeeld vormen van lymfoom ter hoogte van het centraal zenuwstelsel kunnen bestraald worden, maar over het algemeen levert dit een lage respons op die van korte duur is (enkele weken tot maanden).
Radiotherapie van het hele lichaam is een mogelijke optie bij mensen, indien gevolgd door beenmerg –of stamceltransplantatie. Beenmergtransplantatie zoals bij mensen beschreven wordt, wordt niet als standaardbehandeling toegepast bij gezelschapsdieren in Europa. In overleg met de radiotherapeut en oncoloog kan besloten worden om bestraling van het hele lichaam van de hond te doen, dit is erg afhankelijk van geval tot geval. Radiotherapie kan eveneens ingezet worden tussen chemotherapeutische cycli of na de chemotherapie.